Terug naar overzicht

Jaargang 28, 2024 - nummer 3


Artikelen

Barciela-Rial, M., Alhijjawi, L., Mungale, A., Flessati, L., Muraro, S. (2024): Gebiedseigen grond verbeteren door het mengen van kleien: een onderzoek naar menguniformiteit en mechanische eigenschappen. Geotechniek 2024, nr. 3, p. 64.

In 2019 werden de dijken rond de dorpen Bergen en Aijen versterkt met een innovatieve techniek: het mengen van kleien. Om het mechanische gedrag van het kleimengsel in de dijk en de homogeniteit van het mengsel te analyseren, werd een experimentele campagne uitgevoerd. Monsters werden verzameld op verschillende locaties in de dijk. Er werden basiskarakteriseringen en oedometer- en triaxiale testen uitgevoerd. Alle resultaten van de experimenten, inclusief de classificatietesten, de compressierespons en de schuifrespons, toonden aan dat de monsters uit beide gebieden (Bergen, Aijen) vergelijkbaar waren, wat wijst op een consistente mengprocedure. Deze bevindingen ondersteunen het gebruik van nieuwe materialen in dijkversterkingsprojecten, helpen bij het aanpakken van de schaarste aan bouwmaterialen en bevorderen de duurzaamheid van projecten door de uitstoot te verminderen en ongerepte minerale bronnen te sparen.


Dalen, J. van, Spruit, R., Zanten, D. van (2024): Hoogbouw: ‘The sky is the limit’? Geotechniek 2024, nr. 3, p. 24.

In Rotterdam verrijst steeds meer hoogbouw. Om de zettingen van zeer hoge gebouwen te beperken wordt veelal voorzien in een fundering op de tweede zandlaag, met paallengtes tot circa 65 m. Uit metingen zijn de eerste ervaringen bekend met het zettingsgedrag van dergelijke diep gefundeerde gebouwen en is inzicht verkregen in de zettingstrog die in de directe omgeving optreedt en die veroorzaakt dat daar aanwezige gebouwen en infrastructuur mee zakken. In dit artikel wordt aangegeven hoe de opgedane kennis kan worden ingezet om een eerste indruk te krijgen van de te verwachten invloed van een nieuw hoogbouwproject.


Hartman, I., (2024): Ontwerpmethodiek voor grond-constructie-interactie bij hoogbouwzettingen veroorzaakt door samendrukbare lagen onder paalpuntniveau. Geotechniek 2024, nr. 3, p. 16.

Op het gebied van constructie en geotechniek blijkt een uniforme aanpak te ontbreken voor het voorspellen en modelleren van funderingszettingen tijdens de ontwerpfase van hoogbouwtorens. In Nederland vormen paalfunderingen voor torenconstructies met samendrukbare grondlagen onder het paalpuntniveau een uitdaging om te modelleren vanwege de verschillende stijfheids- en lastverdelingseffecten in de grond. Als gevolg hiervan bevat de momenteel gebruikte Nederlandse norm voor geotechnisch ontwerp van constructies, de NEN9997-1, geen realistische grond-constructie-interactie-effecten. In plaats daarvan definieert de NEN een vereenvoudigde aanpak voor hoogbouwzettingen als de som van twee soorten funderingszakkingen: individuele paalkopzakkingen (s1) en zettingen van paalgroepen (s2) veroorzaakt door samendrukbare lagen onder het paalpuntniveau.

Doel van het onderzoek achter dit artikel is het ontwikkelen van een meer uniforme en geoptimaliseerde modelleringsbenadering voor hoogbouwconstructies. Hiervoor zijn numerieke modellen gebruikt (in SCIA Engineer en Plaxis 3D) om het effect van verschillende parameters en grondlagen te kwantificeren op de s2 zettingen. Het artikel biedt inzichten voor het automatiseren van een matrasmodel met realistischere grond-constructie-interactie.


Maljaars, H., Vries, M. de, Dalen, J. van, Zanten, D. van, Leezenberg, P-B (2024): Rotterdamse hoogbouw onder de inSAR-loep: zes stappen in geotechnische beoordeling van wolkenkrabbers. Geotechniek 2024, nr. 3, p. 30.

InSAR verschaft de geotechniek 10,000’en GPS-achtige tijdreeksen per vierkante kilometer. Hiermee wordt inzicht verkregen over zakking van gebouwen en infrastructuur. Deze informatie is over lange termijn, met millimeter nauwkeurigheid, ook retrospectief, te raadplegen.

Voor de bepaling van het geotechnisch gedrag rond zware en diep gefundeerde hoogbouw is een vertaalslag nodig van deze data. In dit artikel wordt stap voor stap getoond hoe dat in praktijk kan werken.


Maubeuge, K.P. von (2024): Sustainable applications of geosynthetics in hydraulic engineering. Geotechniek 2024, nr. 3, p. 50.

Using geosynthetics, structures can be built more sustainably and economically than with traditional methods using mineral aggregate, clay, steel or concrete. Geosynthetics can replace or significantly reduce the use of these primary building materials. They also increase the service life of structures, like canals, levees or other hydraulic engineering applications. Compared to traditional construction methods, building with geosynthetics means in most cases a lower total energy demand, substantial reduction of CO2 emissions and cost savings. Various applications and geosynthetic functions as well as the sustainability benefits are summarised in this article. It will be illustrated how responsible and sustainable solutions can be obtained by using geosynthetics. More important, the positive environmental impact of these solutions compared with traditional building methods are described. The contributions of geosynthetics to the construction of resilient structures as the big future challenge for climate change adaptation are outlined.


Schipper, R., Gerritsen, R., Eekelen, S. van (2024): Geosynthetics and sustainability: international symposium in Delft. Geotechniek 2024, nr. 3, p. 42.

The rise in global temperatures requires a strong reduction in greenhouse gas emissions. Geosynthetics can enhance sustainability in civil and hydraulic engineering by significantly reducing CO2 emissions (32-89%) and energy use (up to 85%) compared to traditional materials. They also reduce the need for transporting heavy materials like sand and gravel. The EU aims to reduce emissions by 35% by 2035 and achieve climate neutrality by 2050, with the Netherlands targeting a 55% reduction by 2035. The symposium on Geosynthetics and Sustainability in Delft this year, organized by the NGO and IGS, aims to facilitate knowledge transfer on geosynthetics and sustainability. Top experts from around the world presented state-of-the-art research and applications, highlighting the sustainability benefits of geosynthetics.


Shahkolahi, A., Shamrock, J., Msiza, J. (2024): Sustainable use of geosynthetics in landfill applications. Geotechniek 2024, nr. 3, p. 60.

Construction of a sustainable landfill includes reduction in carbon emission and energy consumption during construction as well as reduction in long-term emissions during operation, closure and aftercare, and avoiding any harm to future generations. Geosynthetics can provide sustainable alternative solutions to traditional construction methods which leads to reduction in using natural resources, construction costs, and transportation. Reducing transportation will not only reduce the related CO2 emission (due to the fuel consumption), but also reduce the microplastic production, as vehicle tyres are the main source of producing microplastics (Boucher and Friot, 2017). Geosynthetics can also increase the long-term performance and durability of the leachate and gas collection systems. Landfills should not be built based on the cost only but consider currently available best practices for protecting future generations too


Verhoef, R., Jacobse, A., Schippers, R., Oudhof, J. (2024): Beïnvloeding van de HSL-constructie als gevolg van de aanleg van de nieuwe A16-deel 1: het ontwerp. Geotechniek 2024, nr. 3, p. 8.

In twee artikelen wordt de realisatie van het kunstwerk dat de bestaande HSL-constructie ten noorden van Rotterdam kruist binnen het project A16 Rotterdam behandeld. Het eerste artikel gaat in op de totstandkoming van het ontwerp van pre-tender fase t/m het uitvoeringsontwerp, waarbij de beïnvloeding van de bestaande HSL-constructie leidend was tijdens het ontwerp van het nieuwe kunstwerk. Extra aandacht in dit artikel wordt besteed aan het zettingsgedrag van de diepe kleilagen binnen de formatie van Waalre en de resultaten van de CRS proeven die zijn uitgevoerd. Een volgend artikel gaat in op de uitvoering en de monitoring van het project.


Voskamp, W. (2024): Sustainable use of geosynthetics in The Netherlands. Geotechniek 2024, nr. 3, p. 56.

The rise in global temperature and consequent climate change require a reduction in greenhouse gas emissions by reducing the use of raw materials and fossil fuels. Sustainability, both in the production of geosynthetics and in their use are important.

The major advantage of using geosynthetics compared to traditional building materials is the reduction in CO2 emissions because less primary raw materials such as concrete, sand, gravel are used. The reduction in CO2-emissions varies from 30 – 89%. In addition, there is also a large reduction of the required energy compared to the traditional construction methods. This can be up to 85% depending on the chosen technology.


Zornberg, J.G. (2024): Sustainability benefits provided by geosynthetic solutions in roadway applications. Geotechniek 2024, nr. 3, p. 46.

The opportunities to achieve sustainability goals by making more extensive use of geosynthetics in roadways are massive. This paper aims to illustrate the sustainability benefits of adopting geosynthetics in roadway design. This is accomplished by quantifying the carbon footprint for six roadway projects, each involving at least two alternative designs: One with and the other without geosynthetics. The analyses indicate that the design alternatives involving geosynthetics always proved more sustainable than the conventional (without geosynthetics) alternatives, resulting in savings in the total carbon footprint that ranged from 16.3 to 44.44 tCO2e per lane-km.


DISCLAIMER
Geotechniek (incl. Geokunst en Geo Water) betreft een onafhankelijk vaktijdschrift. Ondanks constante zorg en aandacht die wordt besteed aan de samenstelling van het vakblad kan Uitgeverij Educom niet instaan
voor de volledigheid, juistheid of voortdurende actualiteit van gepubliceerde gegevens. Uitgeverij Educom kan dan ook geen aansprakelijkheid aanvaarden voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard ook, die voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met gepubliceerde gegevens of het gebruik daarvan. De inhoud van artikelen wordt opgesteld door de betreffende auteur(s) en niet door Uitgeverij Educom. Bij artikelen zijn auteurs verantwoordelijk voor correcte inhoud en uitingen. Uitgeverij Educom kan dan ook op geen enkele manier verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud en is niet aansprakelijk voor enigerlei directe of indirecte schade die mogelijk voortvloeit uit betreffende inhoud of uitingen. Aan de gegevens, zoals die op deze site worden weergegeven, kunnen geen rechten worden ontleend.

Niets van deze website mag zonder schriftelijke en voorafgaande toestemming van Uitgeverij Educom worden gereproduceerd of gebruikt, anders dan het downloaden, en het bekijken daarvan op een enkele computer en/of het printen van een enkele hardcopy ten behoeve van persoonlijk, niet bedrijfsmatig gebruik.

Verspreiding van PDF's is niet toegestaan. Tekst- en datamining van (delen van) edities van GEOtechniek is uitdrukkelijk niet toegestaan.

All rights are reserved, including those for text and data mining, AI training and similar technologies.

De redactie van deze website berust bij Uitgeverij Educom te Rotterdam.