Terug naar overzicht

Jaargang 18, 2014 - nummer 4


Artikelen

Effing, B.M. (2014): Passende veiligheidsfilosofie bij de nieuwe waterkering te Lent. Geotechniek 2014, nr. 4, p12.

In Lent bij Nijmegen wordt als onderdeel van het project Ruimte voor de Waal een 8 meter hoge keermuur gerealiseerd die de waterkerende functie moet gaan verzorgen. Voorafgaand aan de aanbesteding is een ontwerp gefundeerd op palen ontworpen om de waterkerende functie volledig zelfstandig te kunnen verzorgen. Aannemerscombinatie I-Lent heeft de opdracht gegund gekregen met een alternatief ontwerp. De waterkering wordt nu op zand en op staal gefundeerd. Daarmee is het nieuwe ontwerp met betrekking tot grondmechanische stabiliteit ongewild in een grijs gebied terecht gekomen ten aanzien van te hanteren waterveiligheidsfilosofieën. Waterschap Rivierenland heeft daartoe de Leidraad Rivieren, de Leidraad Kunstwerken en de Eurocode met elkaar vergeleken om te beoordelen welke veiligheidsfilosofie het beste past.


Korff, M., Meijers, P., Visschedijk, M. (2014): Effect van geïnduceerde aardbevingen op waterkeringen en waterkerende constructies. Geotechniek 2014, nr. 4, p31.

In Groningen vinden door de aardgaswinning steeds meer en zwaardere aardbevingen plaats. Begin 2014 presenteerde Minister Kamp aan de Tweede Kamer en aan de inwoners van Groningen plannen om de gaswinning in het Groningenveld aan te passen. Ook zullen maatregelen genomen worden voor het versterken van huizen en van vitale infrastructuur als dijken en de gas- en elektratransportnetten. In dit artikel wordt toegelicht hoe aardbevingen de vitale infrastructuur kunnen beïnvloeden en welke maatregelen hiertegen mogelijk zijn.

De aardgaswinning in Groningen leidt tot een in de tijd toegenomen kans op zwaardere aardbevingen, zoals begin 2013 is aangegeven door Staatstoezicht op de Mijnen (SODM) [1]. Naar aanleiding daarvan heeft het Ministerie van Economische Zaken besloten om onderzoek uit te voeren naar de vitale onderdelen van de infrastructuur. In de eerste helft van 2013 is hiervoor een eerste analyse gemaakt (Quick Scan [2]) en in december 2013 is het nader onderzoek gepresenteerd ([3], [4], [5], [6]).

In het onderzoek stonden twee vragen centraal. De eerste vraag was welke locaties en onderdelen van vitale infrastructuren door aardbevingen een te grote kans op functieverlies lopen. De aansluitende tweede vraag was welke maatregelen prioriteit hebben om de inwoners van het gebied veilig achter de dijken te kunnen laten wonen en om in heel Nederland de elektriciteit en gaslevering door te kunnen laten gaan. De volgende onderdelen van de infrastructuur zijn beschouwd:

  • Primaire en secundaire waterkeringen inclusief waterkerende constructies
  • Elektriciteitsvoorziening via het hoogspanningsnetwerk
  • Buisleidingen inclusief gasleidingen.

In dit artikel worden alleen de effecten op de waterkeringen en waterkerende kunstwerken besproken. De aanpak van de overige constructies heeft volgens dezelfde aanpak (wat betreft belastingen) plaatsgevonden.


Langhorst, O., Maertens, J., Vleeschauwer, P. (2014): Drukmetingen retourspecie tijdens het uitvoeren van jetgrouten. Geotechniek 2014, nr. 4, p20.

Voor realiseren van een groutkolom is de continuïteit van de retourstroming van groot belang. Tijdens de uitvoering van een groutkolom kunnen aanzienlijke overdrukken in de groutkolom ontstaan, die voor heffing van de grond kunnen zorgen. Er is een verband tussen de gemeten overdrukken en de gerealiseerde kolomdiameter. Door het uitvoeren van drukmetingen is het mogelijk om inzicht te verkrijgen in de mogelijke anomalieën in de gerealiseerde kolomdiameter.

Door het uitvoeren van drukmetingen is het mogelijk om het luchtdebiet bij bi-jetmethode zodanig aan te passen dat er in de groutkolom geen drukken ontstaan die kleiner zijn dan de hydrostatische waterdruk. Drukken kleiner dan de hydrostatische waterdruk kunnen leiden tot zettingen.


Peet, T.C. van der, Eekelen, S.J.M. van (2014): 3D numerical analysis of basal reinforced piled embankments. Geotechniek 2014, nr. 4, p50.

This paper is based on the publication of Van der Peet and Van Eekelen (2014) and considers the distribution of the vertical load between arching (load part A, in kN/pile or A% in % of the total load) and the residual load parts B + C, in kN/pile. A comparison between numerical results and predictions of three analytical arching models leads to conclusions about the validity and accuracy of these analytical models.


Rijneveld, B., Snethlage, A.J. (2014): Aanscherpen trillingsprognoses met nauwkeuriger bepaalde veiligheidsfactoren. Geotechniek 2014, nr. 4, p37.

Een in Nederland veelvuldig toegepast model voor het berekenen van trillingen is het empirische model dat beschreven is in de CUR-publicatie 166. De gegeven bronwaarden voor de beoordeling op schade en hinderbeleving in de omgeving van de trilwerkzaamheden zijn gebaseerd op een versimpelde bepaling van de benodigde veiligheidsfactor. Door de veiligheidsfactor nauwkeuriger te bepalen kunnen, met name voor het intrillen van damwanden, de berekende trillingsintensiteiten aangescherpt worden. Hierdoor kan de inzet van relatief dure trillingsarme installatiemethoden in bepaalde gevallen voorkomen worden.


Schrader, J.G.F., Bondt, A.H. de (2014): Jointless asphalt pavements at integral bridges. Geotechniek 2014, nr. 4, p44.

Bridge decks expand and contract during a year due to temperature variations, as any other “non-restrained” structure. The amplitude of this movement depends on the type of bridge, its length and the climatic circumstances. There are several different types of bridge structures and an integral bridge is one of them. The most characteristic aspect of the integral bridge is the fact that the (continuous) concrete bridge deck only rests on steel bearing piles, concrete columns or a concrete wall. It is clear that given the relatively low rotational stiffness of these supports, as compared to the bridge “power”, a considerable thermal movement at the bridge ends needs to be taken into account, when designing the transition to the road pavement. This paper describes the development

of a specific method to construct this transition without a visible and noticeable joint at the asphalt surface, and subsequently 11 years of field experience of the method, at several locations across the Netherlands.


DISCLAIMER
Geotechniek (incl. Geokunst en Geo Water) betreft een onafhankelijk vaktijdschrift. Ondanks constante zorg en aandacht die wordt besteed aan de samenstelling van het vakblad kan Uitgeverij Educom niet instaan
voor de volledigheid, juistheid of voortdurende actualiteit van gepubliceerde gegevens. Uitgeverij Educom kan dan ook geen aansprakelijkheid aanvaarden voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard ook, die voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met gepubliceerde gegevens of het gebruik daarvan. De inhoud van artikelen wordt opgesteld door de betreffende auteur(s) en niet door Uitgeverij Educom. Bij artikelen zijn auteurs verantwoordelijk voor correcte inhoud en uitingen. Uitgeverij educom kan dan ook op geen enkele manier verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud en is niet aansprakelijk voor enigerlei directe of indirecte schade die mogelijk voortvloeit uit betreffende inhoud of uitingen. Aan de gegevens, zoals die op deze site worden weergegeven, kunnen geen rechten worden ontleend.

Niets van deze website mag zonder schriftelijke en voorafgaande toestemming van Uitgeverij Educom worden gereproduceerd of gebruikt, anders dan het downloaden, en het bekijken daarvan op een enkele computer en/of het printen van een enkele hardcopy ten behoeve van persoonlijk, niet bedrijfsmatig gebruik.

De redactie van deze website berust bij Uitgeverij Educom te Rotterdam.