Indien een funderingspaal of anker op druk of op trek wordt belast, is er sprake van interactie tussen grond en paal. De grond en paal bewegen ten opzichte van elkaar en dat betekent dat er schuifspanningen worden overgedragen en dat er vervorming optreedt. Indien de paalpunt tegen de grond in beweegt, wordt er bovendien een puntkracht opgebouwd.
Bij de berekening van de vervorming van een paal op druk volgens NEN-EN9997-1:2011 wordt er vanuit gegaan dat over de gehele lengte van de paal waarover neerwaarts gerichte wrijving (negatieve kleef) of opwaarts gerichte wrijving (positieve kleef) kan optreden, deze schachtwrijving zich gelijktijdig en in dezelfde mate ontwikkelt. Dat is correct indien de paal oneindig stijf zou zijn. Maar in werkelijkheid is dat niet het geval en ontwikkelt de schachtwrijving zich niet gelijkmatig over de gehele lengte.
In de jaren 90 van de vorige eeuw is door de (eerstgenoemde) auteur bij Gemeentewerken Rotterdam een model gemaakt met de naam INTER, met als doel de interactie tussen grond en paal beter te beschrijven.
De directe aanleiding hiertoe was het ontwerp van de paalfundering onder een voorkraanbaan (een kraanbaan die los staat van de kademuur en apart is gefundeerd) in het Rotterdamse havengebied, waar een combinatie van een incidentele hoge paalbelasting en een forse negatieve kleef werd verwacht. Hierover verderop in dit artikel meer.
Het programma heeft sinds de eerste ontwikkeling bij diverse projecten van zowel IGWR als Strukton Engineering een belangrijke rol gespeeld bij het voorspellen van last-vervormingsgedrag tijdens een ontwerpproces, maar ook bij het extrapoleren naar bezwijkbelasting van waargenomen last-vervormingsgedrag van proefbelaste palen en ankers. Recentelijk zijn er met het model ook berekeningen gemaakt ten behoeve van de CUR commissies Ankerpalen (CUR236, 2011) en Axiale veerstijfheid ankerpalen (2013 tot heden).