Jaargang 17, 2013 - nummer 5 Special Geotechniekdag

Home > PDF - Archief > Jaargang 17, 2013 - nummer 5 Special Geotechniekdag
Terug naar overzicht

Jaargang 17, 2013 - nummer 5 Special Geotechniekdag


Artikelen

Baars, M. van (2013): Diepe bouwput langs historische panden in centrum Den Haag - Deel 1. Geotechniek 2013, nr. 5, Special Geotechniekdag, p36.

In het centrum van Den Haag, tussen de Paleistuin en de te vernieuwen Torenstraatbrug, wordt op een klein oppervlak (3.500 m2) een technisch hoogstandje verricht. De voorheen overkluisde gracht wordt in ere hersteld en onder de gracht wordt een volautomatische autoberging gebouwd om de 60 parkeerplaatsen die hierbij verloren gaan te compenseren. Vanwege de diepte van de ontgraving, de gevoelige omgeving en het maatschappelijk belang wordt veel aandacht besteed aan (geotechnische) risico’s en omgevingsmanagement. Voorliggend artikel betreft een inleiding in het project waarin de plan van aanpak en geotechnisch ontwerp nader is toegelicht. In een volgend artikel zal nader worden ingegaan op de uitvoering en monitoring, waarbij een relatie zal worden gelegd met het ontwerp.


Dalen, J.H. van, Spruit, R. (2013): Diepwandproef Delft. Geotechniek 2013, nr. 5, Special Geotechniekdag, p28.

‘Van je fouten kun je leren’ hoor je vaak. Toch wordt het maken van fouten in civieltechnische projecten vrijwel altijd slecht ontvangen. Het moet immers in één keer goed gaan en als dat niet lukt, gaat het meestal gelijk om veel geld. En héél veel commotie. Zo was Amsterdam te klein, toen in 2008 de Wevershuisjes aan de Vijzelgracht plotseling fors verzakten. Oorzaak: Een diepwand die onvoldoende dicht was voor water en zand.

In het project Spoorzone Delft is het dit keer wel gebeurd: fouten maken om van te leren. Bewust, en op een gecontroleerde manier. Mogelijk gemaakt door een fantastische samenwerking tussen Geo-impuls, de bouwers van Spoorzone, de opdrachtgever en de TU Delft.


Duinen, T.A. van, Hemert, H. van (2013): Stabiliteitsanalyses met ongedraineerde schuifsterkte voor regionale waterkeringen. Geotechniek 2013, nr. 5, Special Geotechniekdag, p50.

Bij het analyseren van de macrostabiliteit van taluds van regionale waterkeringen leidt het toepassen van de ongedraineerde schuifsterkte voor klei- en veenlagen tot hogere stabiliteitsfactoren dan het toepassen van de gangbare effectieve schuifsterkteparameters cohesie en hoek van inwendige wrijving. Dit is het resultaat van een consequentieanalyse, die is uitgevoerd door Stowa, Deltares, zes waterschappen en ingenieursbureaus. Uit de consequentieanalyse, waarvoor zes boezemkaden zijn onderzocht, kan worden geconcludeerd dat het rekenen met ongedraineerde schuifsterkte kansrijk is voor het toetsen van boezemkaden.


Hannink, G., Lurvink, M., Seters, A.J. van (2013): Is Eurocode 7 af? Geotechniek 2013, nr. 5, Special Geotechniekdag, p4.

De Eurocodes zijn in Nederland in werking getreden met de vaststelling van een nieuw Bouwbesluit op 1 april 2012. Er is dus nu meer dan een jaar ervaring met het werken met o.a. Eurocode 7. In 2010 heeft de Europese Commissie het initiatief genomen tot een verdere ontwikkeling van het Eurocode systeem. Voor Eurocode 7 wordt een verdere harmonisatie nagestreefd en wordt beoogd de gebruiksvriendelijkheid te verbeteren. Zo wil men o.a. de gemeenschappelijke gedeelten in de diverse nationale bijlagen overhevelen naar Eurocode 7. De tweede generatie Eurocodes zou in 2018/2019 als ontwerpversie gereed moeten zijn en de definitieve versie ongeveer twee jaar later.


Kooistra, A. (2013): Interactie tussen constructeur en geotechnicus. Geotechniek 2013, nr. 5, Special Geotechniekdag, p.21.

“Kun je een veertje voor de grond opgeven?” Het lijkt een eenvoudige vraag van een constructeur aan zijn geotechnische collega. Het antwoord is niet altijd even makkelijk. Bij een fundering op staal kunnen vervormingen bepalend zijn voor het ontwerp. Immers de vervormingen bepalen de krachten en momenten in de constructie.


Kwast, E., Peters, M. (2013): Zwelbelastingen op funderingen CUR/COB-commissie C202. Geotechniek 2013, nr. 5, Special Geotechniekdag, p22.

De genormeerde rekenmethode voor de bepaling van zwelbelasting op paalfunderingen is in Eurocode 7 (NEN 9997-1) opgenomen en wordt beschouwd als een conservatieve methode die leidt tot hoge zwelbelasting op de funderingspalen. In de praktijk wordt deze methode daarom zelden toegepast en zijn er verschillende alternatieve methoden in omloop. Voor het berekenen van zwelbelasting op OWB-vloeren is een eenvoudige conservatieve rekenmethode in CUR 77 opgenomen. Het onderzoek in het kader van de CUR/COB-commissie C202 is gericht om te komen tot een minder conservatieve eenvoudige ontwerpmethode (analytisch) en een geavanceerde ontwerpmethode (Plaxis 2D) voor zwelbelasting op vloeren en palen. De ontwerprichtlijn zal voorjaar 2014 beschikbaar komen voor de beroepspraktijk.


Lysebetten, G. van, François, L., Huybrechts, N. (2013): Smart Geotherm: afstemming van aanbod, vraag en buffering van (geo-)thermische energie in (middel)grote gebouwen. Geotechniek 2013, nr. 5, Special Geotechniekdag, p32.

Het Smart Geotherm project onderzoekt hoe het mobiliseren van thermische energieopslag en thermische inertie in grondgekoppelde concepten voor de slimme verwarming en koeling van (middel)grote gebouwen kan bijdragen tot ‘bijna energieneutrale’ gebouwen. Het project staat onder leiding van het WTCB en wordt gefinancierd door het Vlaams agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). Dit artikel stelt het project kort voor en gaat vervolgens dieper in op de hoofdactiviteiten van de afdeling Geotechniek van het WTCB binnen dit project, zoals het opstellen van geothermische geschiktheidskaarten en het proefproject energiepalen, waarbij de funderingspalen thermisch geactiveerd worden.


Niemeijer, A.R. (2013): Geologisch onderzoek naar aardbevingen en de relatie met activiteit in de ondergrond. Geotechniek 2013, nr. 5, Special Geotechniekdag, p18.

Aardbevingen ontstaan bij schoksgewijze bewegingen van gesteente materiaal in breuken in de diepe ondergrond waar spanningen en temperaturen hoog zijn. De wrijvingseigenschappen van het breukmateriaal dat beweegt zijn belangrijk in de vorming en voortplanting van aardbevingen. De fysische en chemische processen die hierbij een rol spelen zijn onvoldoende bekend om de wrijving te kunnen voorspellen. Door systematisch experimenteel onderzoek naar deze eigenschappen onder de extreme condities van de diepe ondergrond te combineren met bestaande modellen hopen we uiteindelijk een betere inschatting te kunnen maken van de mogelijke grootte van aardbevingen in specifieke regio’s.


Putten, R.D. van (2013): Dijken optimaliseren met sensoring. Geotechniek 2013, nr. 5, Special Geotechniekdag, p56.

De toepassing van sensoren bij secundaire dijken kan direct leiden tot een verscherpt ontwerp van een dijkverbetering. De in dit artikel beschreven methode baseert zich op een TAW rapportage uit 1996 waarin bewezen sterkte direct invloed heeft op de sterkteparameters van de grond. De methode wordt praktisch uitgewerkt voor één van de livedijken van Waternet.


Spruit, R., Hannink, G., Oung, O. (2013): Nieuwe voeten voor de spoorbrug over de Waal bij Nijmegen. Geotechniek 2013, nr. 5, Special Geotechniekdag, p44.

Om het verdiepen van de uiterwaard van de Waal bij Nijmegen tot permanente nevengeul mogelijk te maken, moeten de pijlers van de spoorbrug over deze uiterwaard worden aangepast. De fundatie van de pijlers (op staal), wordt met diepwanden rondom ingepakt, zodat het materiaal op funderingsniveau gefixeerd wordt en de grondspanningen grotendeels in tact blijven. In de ontwerpfase is met diverse rekenmodellen deze ingreep, direct naast een zwaarbelaste fundering op staal, verantwoord. Het artikel gaat in op de ontwerpkeuzes en de geotechnische onderbouwing daarvan.


Venmans, A. (2013): Geo-Impuls Webportaal Betrouwbaar Ondergrondmodel: wegwijzer naar vaste grond. Geotechniek 2013, nr. 5, Special Geotechniekdag, p60.

Om een bouwproject goed uit te voeren is kennis van de ondergrond noodzakelijk. Waar liggen de risico’s en hoe groot zijn die? Welke bouwmethode is geschikt? Hoe weet ik hoe betrouwbaar mijn kostenraming is? Het Geo-Impuls project Betrouwbaar Ondergrondmodel heeft de afgelopen vier jaar methoden ontwikkeld om deze vragen te beantwoorden, en de methoden gedemonstreerd in pilotprojecten. Integratie van geologische informatie en geofysisch onderzoek in het geotechnisch ontwerp vormt de rode draad. Een webportaal ontsluit de resultaten van het Geo-Impuls project en bestaande bronnen van ondergrondinformatie. Dit artikel geeft een vooruitblik naar de informatie op het webportaal.


Vincke, L., Vos, L. de, Beyts, E. (2013): Deurganckdoksluis: bouw van de grootste sluis ter wereld. Geotechniek 2013, nr. 5, Special Geotechniekdag, p10.

De bouw van de Deurganckdoksluis is één van de grootste werven momenteel lopende in België. De belangrijkste geotechnische aspecten horende bij zowel het ontwerp als de uitvoering van deze sluis worden kort toegelicht. In dit artikel wordt de nadruk gelegd op het intensieve monitoringsprogramma dat momenteel aan de gang is. Specifieke aandacht wordt besteed aan de meetapparatuur die werd geplaatst ter begroting van de zwel van de Boomse klei.


DISCLAIMER
Geotechniek (incl. Geokunst en Geo Water) betreft een onafhankelijk vaktijdschrift. Ondanks constante zorg en aandacht die wordt besteed aan de samenstelling van het vakblad kan Uitgeverij Educom niet instaan
voor de volledigheid, juistheid of voortdurende actualiteit van gepubliceerde gegevens. Uitgeverij Educom kan dan ook geen aansprakelijkheid aanvaarden voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard ook, die voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met gepubliceerde gegevens of het gebruik daarvan. De inhoud van artikelen wordt opgesteld door de betreffende auteur(s) en niet door Uitgeverij Educom. Bij artikelen zijn auteurs verantwoordelijk voor correcte inhoud en uitingen. Uitgeverij educom kan dan ook op geen enkele manier verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud en is niet aansprakelijk voor enigerlei directe of indirecte schade die mogelijk voortvloeit uit betreffende inhoud of uitingen. Aan de gegevens, zoals die op deze site worden weergegeven, kunnen geen rechten worden ontleend.

Niets van deze website mag zonder schriftelijke en voorafgaande toestemming van Uitgeverij Educom worden gereproduceerd of gebruikt, anders dan het downloaden, en het bekijken daarvan op een enkele computer en/of het printen van een enkele hardcopy ten behoeve van persoonlijk, niet bedrijfsmatig gebruik.

De redactie van deze website berust bij Uitgeverij Educom te Rotterdam.