Terug naar overzicht

Jaargang 22, 2018 - nummer 1


Artikelen

Aalberts, M.L., Sluis, J.J.M. (2018): Intuïtief virtueel dijkontwerp met VR-Dijken. Geotechniek 2018, nr. 1, p34

Het is voor effectieve stakeholderparticipatie van belang dat bewoners actief betrokken worden in het ontwerp van dijken in hun leefomgeving en daarbij inzicht krijgen in wat wel kan en wat niet kan bij het ontwerpen van een dijk. Het is voor bewoners of stakeholders niet altijd duidelijk hoe ontwerpkeuzes voor bijvoorbeeld een lagere kruinhoogte invloed hebben op het buitentalud of de breedte van de dijk. Om de effecten van ontwerpkeuzes direct in hun omgeving zichtbaar te maken ontwikkelde Witteveen+Bos de 3D-tool VR-Dijken.

Met VR-Dijken is het mogelijk om intuïtief een dijk te ontwerpen op alle directe faalmechanismen volgens de Nieuwe Normering. De tool legt vast welke alternatieven of varianten voor stakeholders de voorkeur hebben, daar wordt automatisch een uitgangspuntenrapport van opgesteld.

VR-Dijken is bedoeld om inzicht te geven in het ruimtebeslag op het niveau van een voorontwerp. De techniek is, waar dit kan, gebaseerd op realtime berekeningen (bijvoorbeeld piping) en vooraf klaargezette input waaruit geïnterpoleerd wordt (bijvoorbeeld hydraulische randvoorwaarden en macrostabiliteit).


Duijnen, P. van, Brok, C., Bouwman, S. (2018): Bovenafdichting passieve wandconstructie. Geotechniek 2018, nr. 1, p50

Een viaduct kan hoog worden gefundeerd op een landhoofd van gewapende grond. Dan moet wel de gewapende grond de ruimte hebben om enkele centimeters horizontaal te vervormen. Hiervoor kan een spouw worden toegepast tussen het voorzetpaneel en de gewapende grond. Deze spouw moet aan de bovenzijde worden afgedicht, wat kan gebeuren met een geotextiel. Om de trekkracht in het afdichtings-geotextiel te berekenen, wordt het Concentric Arches (CA) model toegepast, dat Van Eekelen [2015] ontwikkelde voor paalmatrassen. De resultaten worden vergeleken met Plaxis berekeningen. Hieruit blijkt dat voor spouwbreedten groter dan 1,0 m het CA model representatieve resultaten geeft.


Grashuis, A.J., Verfaille, S. (2018): Van een Oude Geul naar een Nieuwe Sluis. Geotechniek 2018, nr. 1, p22

De bouw van de Nieuwe Sluis in Terneuzen is een uitdagend project dat wordt uitgevoerd binnen een nauw samenwerkingsverband tussen Nederland en Vlaanderen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van het grondonderzoek dat in de voorbereidingsfase werd uitgevoerd. Tevens worden de belangrijkste geotechnische aspecten en risico’s toegelicht, verbonden aan de specifieke ondergrond in het projectgebied, met name door de aanwezigheid van Boomse klei en glauconiethoudend zand.


Kant, M. de, Steenbakkers, R., Festa, D. (2018): Integraal geotechnisch ontwerp voor het nieuwe Internationale Vliegveld van Mexico Stad. Geotechniek 2018, nr. 1, p28

In Mexico City wordt op de rand van de stad een volledig nieuw vliegveld gerealiseerd. Dit vliegveld vervangt het bestaande vliegveld Benito Juárez International Airport, welke momenteel het drukste vliegveld is van Latijns Amerika. De geotechnische condities en met name de uitdagende typische karakteristieken van de zeer slappe kleien van Mexico City en doorgaande bodemdaling door grondwater onttrekking zijn essentiële elementen bij de ontwikkeling van het project. Tevens wordt het project gekenmerkt door strenge vlakheidseisen van de verhardingen en beperkte toleranties met de aansluiting op het terminal gebouw. In dit artikel worden de kenmerken van de ondergrond, het geautomatiseerde ontwerp en toepassing van monitoring en de observational method beschreven.


Rica, S., Baars, S. van (2018): De gevolgen van restkracht bij een paalfundering. Geotechniek 2018, nr. 1, p14

Alhoewel de funderingspaal al lang in gebruik is, is de bepaling van de draagkracht nog steeds een complexe zaak. Uit een verzameling eerder gemaakte veldproeven, die in Nederland, België en Frankrijk waren uitgevoerd, werd de conclusie getrokken dat het berekende puntdraagvermogen, per 2017, met 30% gereduceerd moest worden. Bij deze proeven werd verondersteld dat de spanningen op de onbelaste paal na installatie kunnen worden verwaarloosd, en daarmee ook de resulterende restkracht in de paal. Uit andere veldproeven genoemd in de wetenschappelijke literatuur, blijkt echter dat deze restkracht niet te verwaarlozen is. Numerieke berekeningen uit deze publicatie ondersteunen deze conclusie. Deze verwaarlozing leidt nu tot een te klein puntdraagvermogen, en een te groot schachtdraagvermogen.

Naast het probleem van de verwaarlozing van de restkracht speelt er nog een belangrijk probleem: de gehanteerde invloedszone bij de methode Koppejan is gebaseerd op een destijds aangenomen bezwijkmechanisme, die volgens numerieke berekeningen uit deze publicatie onjuist is. Dit leidt tot nog meer onnauwkeurigheden.


Stoel, A.E.C. van der, Werfhorst, E. van de, Gerssen, R. (2018): Onderzoek naar verbetering van de horizontale bodemafsluiting door middel van bodeminjectie. Geotechniek 2018, nr. 1, p8

Waterglas wordt in de civiele techniek als kunstmatige bodemafsluiter bij bouwkuipen. In dit artikel wordt ingegaan op een aantal proeven die zijn uitgevoerd om de kwaliteit van de horizontale bodemafsluiters beter te kunnen garanderen. Conclusies zijn dat door nieuwe ontwikkelingen de aanbrengnauwkeurigheid kan worden verbeterd, de omgevingsbeïnvloeding bij aanbrengen kan worden verminderd, de invloed van trillingen in het proces nauwkeurig moet worden bewaakt en dat het controleren (beperken) van de injectiedrukken in combinatie met de -debieten een belangrijke rol speelt.


Vollmert, L., Klompmaker, J. (2018): Hoe geogrids de prestaties van wegen verbeteren (deel 2). Geotechniek 2018, nr. 1, p56

In deel 1 van dit artikel is ingegaan op onderzoekswerkzaamheden die aantoonden dat een hoge stijfheid van een geogrid gecombineerd met een toepassing in meerdere lagen een gunstigere bijdrage levert dan een wapening die slechts uit een enkele laag bestaat. Dit artikel presenteert fase 2 en 3 van het onderzoeksprogramma. Deze fasen 2 en 3 valideren de eerdere bevindingen van het gedrag van complete wegverhardingen, en in het bijzonder proefresultaten onder gecontroleerde laboratoriumomstandigheden. Het stabiliserende effect van geogrids blijkt al op te treden bij minder dan 1% rek in het geogrid. De structuur en trekstijfheid van de geogrids blijken de twee belangrijkste eigenschappen te zijn voor de prestaties van geogrids. Het opsluitende effect zorgt voor verbetering van de draagkracht van de gewapende laag zelfs bij een laag vervormingsniveau. De ontwikkeling van permanente vervorming wordt een factor kleiner. Daarom dragen geogrids bij aan een langere bruikbaarheid en levensduur van een wegconstructie.


Vraag en Antwoord CGF-examenvraag. Geotechniek 2018, nr. 1, p.37.